30 september 2013

Borsboom


Naamtype: Adresnaam. Als toponiem ‘Bo(r)sboom’ in het Westland; boerderij ‘Bosboom’ te Heelweg, Varsseveld [NFB]; volgens [WZF] hypercorrecte vorm van ‘bosboom’: buksboom.

Aantal:
1947 13 in Woerden, 1051 in Nederland;
2007 28 in Woerden, 1622 in Nederland

Leonardus Wilhelmus Borsboom in zijn tuin aan de Gedempte Binnengracht, jaren vijftig van de vorige eeuw

Naamdrager 1947: Leonardus Wilhelmus Borsboom (’s-Gravenhage 1873 – Woerden 1960), Kruittorenweg 42, graanhandelaar, vestigt zich 1903 vanuit Wassenaar in Woerden, zoon van Antonie Hendricus (’s-Gravenhage 1835 – ’s-Gravenhage 1882), landbouwer, en Maria Johanna Schouw (Loosduinen 1846 – Wassenaar 1890). Hij trouwt Wassenaar 1904 Apolonia Maria Overgaauw (’s-Gravenhage 1882 – Woerden 1956), dochter van Jacobus Overgaauw en Marijtje van der Kleij.
De persoonskaart van Leonardus Wilhelmus Borsboom uit het bevolkingsregister vermeldt veertien kinderen: Maria Johanna Gesina (1905), Jacoba Maria (1906), Antonia Petronella Christina (1906), Jacobus Antonius (1908), Antonius Henricus (1909), Leonardus Jacobus (1910), Cornelis Hendricus (1912), Apolonia Johanna Maria (1913), Gerardus Andreas (1916), Theresia Paulina (1918), Agatha Cornelia (1920), Adrianus Leonardus (1921), Theodora Jacoba (1924) en Josephus Antonius (1929).

Handtekening van Pieter Pietersz Borsboom en zijn zoon Pieter Pieterz de Iongen Borsboom onder een Leidse notariële akte, 1635

Herkomst: Valkenburg (Zuid-Holland) > Rijswijk > ’s Gravenhage > Wassenaar > ’s Gravenhage > Woerden.
Oudst bekende naamdrager in deze familie is Pieter Pietersz, die in 1623 wordt vermeld met de toenaam ‘Bosboom’, later ook als ‘Borsboom’. Hij woonde in Valkenburg (Z-H) en was daar ondermeester op de steenplaats (steenbakkerij) van Adriaen Stalpaert, schepen en ambachtsbewaarder. Deze tak van de familie wordt rooms-katholiek door het huwelijk in 1722 van Cornelis Jacobuszn Borsboom (Rijswijk 1699 – Wassenaar 1778) en Grietje Overclift (’s-Gravenhage 1696 – Wassenaar 1774).

Literatuur: A.A. Franke, Een geslacht Borsboom wonende in de Republiek der Verenigde Nederlanden 1588-1795 (Voorburg 1990).

Met dank aan Paula Borsboom voor het beschikbaar stelen van de foto.
 

24 september 2013

Genealogisch fragment Ultee


Voor de bijdrage 'Ultee' op het blog 'Namen in Woerden' verzamelde ik uit archiefbronnen informatie over de oudste generaties. Op basis hiervan maakte ik de volgende opstelling, die ten dienste staat van de onderzoekers die onderzoek naar deze familie doen, gevolgd door regesten van een aantal Montfoortse en Woerdense notariële akten.

    I. Aernout N.N.
    Kinderen:
    1. Jacob Aernouts Ultee, won. Amsterdam (1681), tr. Lijsbeth Harmens.
        Uit dit huwelijk:
        Aernout, ged. Amsterdam 5 okt. 1681.
    2. Hendrik Aernouts Ultee, volgt II.

    II. Hendrik Aernouts Ultee, geb. Utrecht omstreeks 1656, lidmaat te Montfoort 1698, ondertr. Amsterdam 22 april 1684 Trijntje Meertens Nagtegaal, geb. omstreeks 1659, van Amsterdam, lidmaat te Montfoort 1698, ovl. Montfoort na 27 maart 1747.
    Uit dit huwelijk:
    1. Aarnoldus Ultee, koopman in kokosnoten, kokosnootknopen, en benen knopen, burgemeester, raad in de vroedschap en schepen van Montoort, ovl. na 21 sept. 1776.
    2. Maria Ulte, geb. Amsterdam, ovl. na 27 juli 1764, tr. 1e Montfoort (geref.) 5 jan. 1716 Hendrick de Kock, van Bergen op Zoom, won. Leiden (1716), ovl. Montfoort 5 jan. 1729; tr. 2e (ondertr. Montfoort 16 sept.) 1729 Huijch van de Poel, ovl. na 19 nov. 1757.
         Uit het eerste huwelijk:
         Anna Margrita, Trijntje, Maria, Aletta, Cornelis en Hendrik de Kock, vermeld 26 sept. 1729.
    3. Catharina Ultee, won. Montfoort (1718),ovl. na 27 juli 1764, ondertr. Montfoort (geref.) 13 aug. 1718 Willem Smallenburg, won. Hilversum (1718), ovl. na 19 nov. 1757.
         Hieruit:
         Aarnoldus Smallenburg, meester metselaar te Woerden, ovl. na 13 febr. 1777.
    4. Johannes Ultee, volgt III.
    5. Beatrix Ultee, won.Montfoort (1726), ovl. Montfoort 10 jan. 1749, tr. Montfoort (geref.) 9 juni 1726 Philippus Foreest, ged. Montfoort 6 febr. 1701, wijnhandelaar, schout en secretaris van Willeskop en Blokland, ovl. Montfoort 29 jan. 1739, zoon van Albertus Foreest, koopman in wijnen, burgemeester van Montfoort, ambachtsheer van Willeskop en Blokland, en Johanna Theodora Bergman.
        Uit dit huwelijk:
        Albertus Foreest, ovl. na 21 sept. 1776.
        Philippus Foreest, ovl. na 17 maart 1749.
    6. Rachel Ultee,ged. Montfoort 16 okt. 1698, ovl. tussen 21 sept. 1776 en 13 febr. 1777.
    7. Aletta Ultee, ged. Montfoort 18 aug. 1700, ovl. in of voor 1723.
    8. Martha Ultee, won. Amsterdam (1776), begr. Amsterdam (Nieuwezijds Kapel) 8 juni 1784, tr. Hendrik Straatjes, won. Amsterdam op de Achterburgwal bij de Heijsteeg, begr. Amsterdam (Nieuwezijds Kapel) 31 aug. 1747.

    III. Johannes Ultee, won. Montfoort (1726), koopman in kokosnoten en kokosnootknopen (1727), won. Woerden 1732, bezit 1759 twee huizen in de Hofstraat en twee huisjes en een tuin in de Spekstraat, ovl. Woerden 20 sept. 1766, tr.1e Montfoort (geref.) 26 mei 1726 Neeltje van Leeuwen, van Veenendaal, ovl. Montoort 30 maart 1728; tr. 2e (ondertr. Montfoort 11 nov.) 1729 Maria Snikkenburg, won. Woerden, wed. Gerrit de Vogel, ovl. na 23 mei 1732; tr. 3e (huw.voorw. 31 dec. 1761) Claasje ter Rogge, uit Amsterdam, ovl. na 23 sept. 1766.
    Uit het eerste huwelijk:

    IV. Hendrik Ultee, ged. Montfoort 25 jan. 1728, ovl. na 23 sept. 1766, tr. (ondertr. Woerden 14 dec. 1753) Cornelia Boer, uit Waarder.
    Uit dit huwelijk o.a.:
    Arnoldus Ultee, ged. Woerden 6 okt. 1754 (voorouder van Wouter Ultee, Woerden 1876 - Woerden 1965, uit de blogbijdrage Ultee).




Akten

1727.07.01 Testament Trijntje Nagtegaal, wed. Hendrik Ulte, won. Montfoort, benoemt haar zeven kinderen, Arnoud, Maria, Catharina, Jan, Beatrix, Rachel en Marta Ulte tot haar erfgenamen(of bij hun vooroverlijden hun wettige nakomelingen) en tot voogdenhaar zoons Arnoud en Jan. Zij tekent 'Trijntie Ulte' (RHC Rijnstreek en Lopikerwaard (R&L), Montoort 023, inv. 1459, nr. 157)

1727.11.27 Trijntje Nagtegaal, wed. Hendrik Ulte, won. Montfoort, verklaart dat de handel (koopmanschap) in kokosnoten en kokosnootknopen die haar twee zoons Arnoud en Jan samen bij haar in huis hebben, niet tot haar boedel behoort . (tekent met de letters 'TU') (RHC R&L, Montoort 023, inv. 1459, nr. 203)

1729.09.26 Akte van uitkoop. Enerzijds Maria Ulte, wed. en boedelhoudster Hendrik de Cok, anderzijds Arnoud Ulte en Jan Ulte, als voogden. Hendrik de Cok is ruim negen maanden geleden overleden. Haar zes minderjarige kinderen wil doet zij nu bewijs: Anna Margrita, Trijntje, Maria, Aletta, Cornelis en Hendrik. Maria kan vrij beschikken over de boedel, zal schulden betalen, zal kinderen opvoeden, kleden, laten leren lezen en schrijven en een vak laten leren. Daarbij voor ieder kind zodra zij volwassen zijn 150 gulden uit te keren. Tekent 'Maria de Kok'. (RHC R&L, Montoort 023, inv. 1459, nr. 341)

1729 11 26 Akte van uitkoop. Jan Ulte, wedr. Neeltje van Leeuwen enerzijds en Hermannus van Hees en Arnoldus Ulte als voogden anderzijds. Hij heeft minderjarig kind, Hendrik, twee jaar oud. Jan kan vrij beschikken over de boedel, zal schulden betalen, zal Hendrik opvoeden, kleden, laten leren lezen en schrijven en een vak laten leren. Daarbij voor Hendrik zodra hij volwassen wordt 200 gulden uit te keren. Dat alles in plaats van zijn moederlijk erfdeel. Tekenen ' Johan. Ultee', 'Aarnoldus Ultee' 'H. v. Hees' (RHC R&L, Montoort 023, inv. 1459, nr. 413)

1732 05 23 Testament Johannes Ultee en Maria Snikkenburg, won. Woerden. Als hij zonder kinderen overlijdt en de moeder van Johannes Ultee dan nog in leven is zal zij legitieme portie krijgen. Wanneer zowel vrouw als voorzoon Hendrik nog in leven zijn krijgen zij allebei de helft. Mocht hendrik dan nog minderjarig zijn, dan zullen zijn broer Arnoldus Ultee en Hermanus van Hees voogden zijn. Zij benoemt haar man tot enige erfgenaam. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8605, nr. 20)

1732 09 25 Johannes Ultee te Woerden treedt op als getuige in een notariële akte. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8620, nr. 19)

1741 11 15 Testament Johannes Ultee en Maria Snikkenburg, won. Woerden. Als hij zonder kinderen overlijdt en de moeder van Johannes Ultee dan nog in leven is zal zij legitieme portie krijgen. Wanneer zowel vrouw als voorzoon Hendrik nog in leven zijn krijgen zij allebei de helft. Als bij zijn overlijden zijn zoon nog in leven is kan hij bij zijn huisvrouw blijven wonen, en zal zij hem onderhouden gedurende zijn minderjarigheid, uit zijn erfdeel. Tot voogd worden aangesteld Cornelis van Aalst, burgemeester van Woerden en Lambertus van Rossum. Zij benoemt haar man tot enige erfgenaam en bij diens overlijden haar zoon Hendrik. Als Hendrik nog minderjarig is, dezelfde voogden als haar man genoemd heeft. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8614, nr. 53)

1747 03 27 Testament Trijntje Nagtegaal, won. Montfoort, ziek te bed liggend, geeft Arnoldus en Johannes Ultee en haar twee 'zwagers' Willem Smallenburg en Hendrik Straatjes machtiging om na haar overlijden twee obligaties te verkopen. Een obligatie d.d. 6.6.1685 van 2.000 gulden, andere d.d. 21 9 1701, groot 1.000 gulden. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8676, nr. 67)

1749 03 17 Enerzijds Maria Foreest, echtg. Simon Gerard Theodoor van Diepenbruch, won. te Husen, Wilhelmina Foreest, echtg. Gerard Bouricius, won. Montfoort, Hermanus van Hees, raad in de vroedschap en oud-burgemeester van Montfoort , als voogd over de grootmoederlijke goederen van de onmondige kinderen van wijlen Philippus Foreest, verwekt bij Beatrix Ultee, genaamd Albertus en Philippus , gezamenlijk erfgenamen van Johanna Theodora Bergman, wed. Albertus Foreest. Anderzijds Arnoldus Ultee, Willem Smallenburg en Jacobus van Ek, als voogden over de genoemde kinderen. Het echtpaar Foreest - Bergman is getrouwd 22 9 1696, zonder huwelijkse voorwaarden. ZIj testeerden 7 12 1717 voor notaris Dirk Swartendijk te Woerden, waarbij zij elkaar vruchtgebruik na te laten goederen gaven. Albertus Foreest is overleden november 1721, nalatend tot zijn erfgenamen zijn vijf kinderen Nicolaas, Cornelia, Philippus , Maria en Wilhelmina Foreest. In 1734 is zij met de weduwe van haar zoon Nicolaas en in 1738 met haar dochter Cornelia overeengekomen aan ieder van hen beiden voor vaderlijke erfdeel 3.000 gulden te betalen. Zij kon met haar zoon Philippus hierover geen overeenkomst bereiken. Deze overleed 29 1 1739. Daarna ook geen overeenkomst met diens weduwe Beatrix Ultee. Johanna Theodora Bergman overleed 1 11 1746. Ook de erven konden met Beatrix geen overeenkomst bereiken. Beatrix Ultee overleed 10 1 1749. Eerste partij gaat nu overeenkomst aan met de tweede partij. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8676, nr. 67)

1749 05 15 Johannes Ultee en Hendrik Ultee zijn getuige bij het passeren van een notariële akte. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8646, nr. 22)

1750 08 31 Testament Arnoldus Ultee, raad in de vroedschap en regerend schepen van Montfoort . Hij vermaakt aan Cornelis van Harmelen en Johanna van Leur, echtel., als ze bij zijn overlijden nog bij hem inwonen, de helft van alle gemaakte knopen, de draaibank en de schroef, de schinkels of benen en alle kokosnoten, de met name genoemde huisraad in het achterste huisje, de keuken, de kelderkamer, turf en hout op de turfzolder en alle etenswaren, in verband met hun trouwe dienst.
Aan zijn zus Maria Ultee, huisvrouw Huijg van der Poel, 400 gulden (honderd bij overlijden, daarna jaarlijks 50 gulden). Voor de rest benoemt hij zijn broer Johannes, zijn zusters Catharina, Rachel en Martha Ultee en de zoon van Beatrix Ultee (uit haar huwelijk met Foreest) ieder voor 1/5 tot erfgenaam. Zijn broer Johannes benoemt hij tot voogd. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8677, nr. 14)

1754 02 08 Johannes Ultee en Hendrik Ultee zijn getuige bij het passeren van een notariële akte. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8651, nr. 3)

1757 11 19 Testament Aarnoldus Ultee, raad in de vroedschap en regerend schepen van Montfoort . Hij vermaakt aan het oudste zoontje van zijn neef Hendrik, met name Aarnoldus Ultee, 150 gulden.
Aan Cornelis van Harmelen en Johanna van Leur 500 gulden. Of in plaats daarvan 25.000 kokosnoten, 500 gros bruine en zwarte kokosnotenknopen (200 gros grote en 300 gros gesorteerde knopen) en 200 gros benen knopen. Als die kokosnoten er niet zijn mogen ze voor elke duizend tien gulden in minder brengen op hun legaat. Daarnaast krijgen ze de nodig huisraad (als in testament d.d. 31 8 1750), zes weken kost na zijn overlijden en inwoning tot 1 mei daaraan volgend. , in verband met hun trouwe dienst. Aan zijn zus Maria Ultee, huisvrouw Huijg van der Poel, 400 gulden (honderd bij overlijden, daarna jaarlijks 50 gulden) plus de helft van alle turf en hout op de turfzolder. Voor de rest benoemt hij zijn broer Johannes, zijn zusters Catharina, Rachel en Martha Ultee en de zoon van Beatrix Ultee (uit haar huwelijk met Foreest) ieder voor 1/5 tot erfgenaam. Zijn broer Johannes en zwager Willem Smallenburg benoemt hij tot voogden. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8678, nr. 45)

1759 02 09 Boedelbeschrijving erfgenamen Catharina Belhiel, wed. Jacobus Jongeneel. In de boedel onder nr. 19: een schuldbrief groot 600 gulden d.d. 6.4.1758 voor schout en schepenen van Woerden, ten laste van Johannes Ultee, met als onderpand twee huizen in de Hofstraat en twee huisjes en een tuin in de Spekstraat. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8656, nr. 6)

1761 12 31 Huwelijkse voorwaarden Johannes Ultee, wed. Maria Snikkenburg, won. Woerden, en Claasje ter Rogge, wed. Jan Sinkelaar, won. Amsterdam. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8703, nr. 7)

1764 07 27 Testament Aarnoldus Ultee, raad in de vroedschap en regerend schepen van Montfoort. Hij vermaakt aan het oudste zoontje van zijn neef Hendrik, met name Aarnoldus Ultee, 150 gulden. Zijn broer Johannes, zusters Catharina, Rachel, Martha en Maria Ultee en neef Albertus Foreest ieder voor 1/6 deel tot erfgenaam. Het deel van zijn zus Maria zal onder de administratie van zijn executeur blijven. Zij krijgt na overlijden 50 gulden en daarna elk jaar 25 gulden tot zij haar erfdeel gekregen heeft. Erfdeel neef Albertus wordt aan executeurs gehouden. Hij zal elk jaar de opbrengst hieruit krijgen. Overlijdt zijn vrouw voor hem dan krijgt hij het restant uitgekeerd, overlijdt hij voor zijn vrouw dan vervalt het aan zijn erfgenamen. Benoemt tot executeur en voogd Jacobus van Ek, raad in de vroedschap en regerend schepen van Montfoort. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8679, nr. 92)

1766 09 23 Claasje ter Rogge, wed. Johannes Ultee, en Hendrik Ultee, enig zoon van Johannes Ultee, in leven verwekt bij Neeltje van Leeuwen, won. Woerden. Johannes Ultee is 20 9 1766 overleden. Zij verwerpen de boedel, met uitzondering van wat de tweede comparant als legitieme portie uit de boedel van zijn moeder toekomt. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8684, nr. 50)

1776 09 21 Testament Aarnoldus Ultee, regerend burgemeester en raad in de vroedschap van Montfoort. Hij vermaakt aan de kinderen van zijn neef Hendrik Ultee, Arnoldus en Anna Maria, ieder tweehonderd gulden. Aan de wed. van Cornelis van Harmelen de goederen die hij gespecificeerd heeft op een lijst . Zij (of haar erfgenamen) zullen daarvoor gehouden zijn de twee eerste winters na zijn overlijden aan echtelieden Cornelis Schipper en Sija van der Poel elke winter 15 à 16 tonnen turf uit te keren. Voor de rest zijn universele erfgenamen zijn zusters Rachel en Martha Ultee, zijn neven Arnoldus Smallenburg en Albertus Foreest en de gezamenlijke kinderen van zijn zuster Maria Ultee, ieder voor één vijfde gedeelte. Benoemt tot executeurs en voogden Jacobus van Ek, raad in de vroedschap en regerend schepen van Montfoort, Jan Hendrik van Dam, president burgemeester en raad in de vroedschap van Montfoort en zijn neef Arnoldus Smallenburg. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8682, nr. 19)

1777 02 13 Aarnoldus Smallenburg, meester metselaar, won. Woerden, verklaart tevreden te zijn met 1.100 gulden en de goederen die aan hem worden uitgekeerd na het overlijden van zijn tante Rachel Ultee, krachtens haar testament. Hij machtigt zijn tante Martha Ultee, wed. Hendrik Straaltjes, won. Amsterdam om zijn erfdeel in ontvangst te nemen. (RHC R&L, Woerden 054, inv. 8686, nr. 38)

Literatuur
P.A. Teders, 'Het Montfoortse geslacht Foreest', Heemtijdinghen (1987) nr. 3, 70-74.

Ultee


Naamtype: Een enkele keer ook als Ultée gespeld. Verbastering van de Franstalige familienaam Houltay, die mogelijk ontleend is aan de naam van het Waalse gehucht Houlteau, bij Verviers.  

Aantal:
1947: 41 in Woerden, 252 in Nederland;
2007: 27 in Woerden, 344 in Nederland

Poseren met de prijswinnende paasos (ca 1930-1940). Wout Ultee (achter) met (v.l.n.r.) kleinzoon Wout Veerman, zoon Jaap Ultee en slagersknecht Izaak Tuithof (coll. RHC Rijnstreek en Lopikerwaard)

Naamdrager 1947: Wouter Ultee (Woerden 1876 - Woerden 1965), slager, woont Woerden Kerkstraat 4, zoon van Wouter Ultee (Woerden 1840 - Woerden 1922), slager, en Maria Sophia Cornelia Hanno (Leiden 1850 - Leiden 1907) .
Hij trouwt Boskoop 1904 Margo Verkade (Boskoop 1881 - Woerden 1970), dochter van Jacob Verkade (Boskoop 1841 - Amersfoort 1923), boomkweker, en Camina Catharina Sliedrecht (Boskoop 1842 - Boskoop 1913). Uit dit huwelijk vermeldt de persoonskaart uit het bevolkingsregister zeven dochters en twee zonen, allen geboren te Woerden: Maria Sophia Cornelia (1905, x C. Verweij), Jacob (1907, x C. Mooij), Wouter (1908), Camina Catharina (1910, x H. den Daas), Margo (1912), Jacoba (1913, x C.W. Veerman), Anna (1915, x M. de Goederen), Casparina (1917) en Adriana Wilhelmina (1919, x J.A. Paling).

Ondertrouw 'Henrik Aarnouts Hulte, van Utrecht, lakewerker, oud 28 jaren, in't Noortzebosch, ouders dood', met Trijntje Martens, Amsterdam 1684

Herkomst: [Wallonië] > Otterberg (Rijnland Palts) > Utrecht > Montfoort > Woerden
Oudst bekende voorvader is Jacquemin Houltay, die rond 1600 wordt vermeld in een 'Schatzungsregister' (belastingregister) van Otterberg (Rijnland Palts). In een belastinglijst uit 1611 heet hij 'Jacob Hulde'. Otterberg was een wijkplaats voor Waalse geloofsvluchtelingen. Zijn echtgenote Eli Colijn trok rond 1635-1636 naar Utrecht, waar zij in 1636 van de stad 8 stuivers per week krijgt als 'pauvre ordinaire' en in 1656 als lidmaat wordt ingeschreven.
Haar kleinzoon Hendrik Aernouts Hulte(n) (Utrecht 1655- Montfoort 1719/1720) trouwt in 1684 te Amsterdam (als Hendrik Hulte lakenwerker uit Utrecht, ) met Trijntje Meertens Nagtegaal. Na een verblijf van enkele jaren in Abcoude vestigen zij zich in Montfoort. Dat gebeurt op verzoek van het stadsbestuur, dat de plaatselijke lakennijverheid een impuls wil geven door een aantal drapiers naar Montfoort te halen. Hendrik krijgt een vestigingspremie van 25 gulden en daarnaast een vergoeding voor de verhuiskosten. In 1698 worden 'Hendrik Hulten' en 'Trijntje Meertens' ingeschreven in het lidmatenregister van de gereformeerde kerk van Montfoort.

Handtekening van Johannes Ultee en letters gezet door Claasje ter Rogge, onder hun huwelijkse voorwaarden, Woerden 1761

Twee van hun zoons, Aarnoldus Ultee en Johannes Ultee, hebben in 1727 samen in Montfoort een handel in kokosnoten en kokosnootknopen. Aarnoldus gaat het in Montfoort financieel en maatschappelijk voor de wind. Hij zet er de handel in kokosnoten, kokosnootkopen en ook benen knopen voort en brengt het tot schepen, raad in de vroedschap, en burgemeester van Montoort.
Van zijn jongere broer Johannes stammen de Woerdense Ultee's af. Deze vestigt zich tussen 1729 en 1732 in Woerden. In materieel opzicht gaat het aanvankelijk goed met hem. In 1759 bezit Johannes twee huizen in de Hofstraat en twee huisjes en een tuin in de Spekstraat. Bij zijn overlijden in 1766 verwerpen zijn echtgenote Claasje ter Rogge en zijn enige kind Hendrik Ultee de nalatenschap, waarschijnlijk in verband met de schulden.
Meerdere nakomelingen van Johannes Ultee beoefenen in de negentiende en twintigste eeuw het slagersambacht. 

Met dank aan Rudi Ultee (Portugal) voor aanvullende informatie over de oudste generaties, op basis waarvan dit blog is aangevuld op 1.12.2013. 

Literatuur: Rudi Ultee, De geschiedenis van de familie Ultee. Deel 1. Periode tot 1700. "Een familie op de vlucht" (Hillegom 1997). 

Genealogisch fragment: Zie voor meer informatie over de Montfoortse generaties het 'Genealogisch fragment Ultee' in dit blog.



22 september 2013

Van Stavel


Naamtype: herkomstnaam (Stavele in West-Vlaanderen)

Aantal:
1947: 4 in Woerden, 13 in Nederland;
2007: 17 in Woerden, 30 in Nederland

Gezin Van Stavel -Breedijk

Naamdrager 1947: Isaäc van Stavel (Kamerik 1887 - Woerden 1973), vestigt zich in 1906 vanuit Woerden te Rietveld, veehouder op boerderij 'Boer met Vreugd', Rietveld 102 (1956 vernummerd in Rijksstraatweg 132 en in 1964 in Rietveld 132), zoon van Dirk van Stavel (Linschoten 1861 - Woerden 1927), landbouwer, en Neeltje Kastelijn (Kamerik 1861 - Woerden 1933), die 1889-1906 in De Oliebol wonen, een boerderij met uitspanning tegenover het station in Woerden, en 1906-1916 in boerderij 'Boer met Vreugd' in Rietveld.
Hij trouwt Rietveld 1916 Aletha Breedijk (Zegveld 1886 - Rietveld 1944), dochter van Arie Breedijk (Bodegraven 1841 - Leiderdorp 1919), bouwman, en Maria de Vor (Vianen 1843 - Rietveld 1908). Uit dit huwelijk Dirk Izaäc (1919), Arie (1922) en Neeltje Maria (1927).

Huwelijksinschrijving van Andries van Stavel in het gereformeerde trouwboek van Leiden, 1593. Hij is 'jongesel van Noorwijts in Engelant' en wordt vergezeld door zijn vader Andries van Stavel en Caerl Donet van Belle.

Herkomst: Norwich  (Engeland) > Leiden > Waddinxveen > Woerden > Wulverhorst > Linschoten > Kamerik > Rietveld
De familie vestigt zich in Woerden met Isack van Stavel (geboren Waddinxveen 1677), winkelier in gedestileerde wateren, zout en zeep. Hij trouwt in 1700 in Woerden met Sijtje Rietveld. Verschillende leden van de familie Van Stavel zijn in de achttiende eeuw chirurgijn: te Waddinxveen, Gouda, Boskoop en Linschoten. Zo ook Izaak van Stavel (Woerden 1752 - Linschoten 1821), die behalve chirurgijn ook ontvanger der directe belastingen en schout van Linschoten, Cattenbroek, Polanen en Vlooswijk was.
Oudst bekende voorvader is Andries Andriesz van Stavel, uit Norwich. Hij trouwt in 1593 in Leiden Cathelijntgen Hendricx, jongedochter van Duffelen (Duffel bij Antwerpen). In 1625 wordt een beschrijving van het bezit van (waarschijnlijk dezelfde) Andries van Stavel gemaakt op verzoek van zijn curator. Hij woont en werkt dan als blauwverver in een pand aan de zuidzijde van de Leidse Hoge Woerd, 'daer Mechelen uythangt' (als uithangbord). In 1634 is hij nog getuige bij het huwelijk van zijn zoon Jasper, waar de Woerdense Van Stavels van afstammen.

Handtekening van Andries van Stavel, 1625

In Norwich vestigen zich vanaf het midden van de zestiende eeuw Zuid-Nederlanders, om economische en/of godsdienstige redenen. Het plaatselijke bestuur stimuleerde deze migratie in verband met de ontwikkeling van de textielnijverheid. Het zijn vooral Vlamingen en in mindere mate Walen die naar Norwich komen. Zij werken daar in de textiel en hebben er als geloofsvluchtelingen een eigen calvinistische gemeente. Het Leidse stadsbestuur probeert om dezelfde reden 'Engelse Zuid-Nederlanders' aan te trekken. Zij krijgen in 1577 vrijstelling van poortergeld aangeboden.De eersten vestigen zich dat jaar in Leiden. De contacten met Norwich zien we weerspiegeld in de huwelijksregisters van Leiden. In de daaropvolgende eeuw is van ruim 600 huwelijken tenminste één van beide partners uit Norwich afkomstig.
Drie jaar voor Andries van Stavel trouwt in 1590 te Leiden Niclaes van Stavele met Jannetgen Beuns. Als herkomstplaats staat voor hem vermeld 'Eeckewaert Caplo', waarmee Eggewaartskapelle bij Veurne (West-Vlaanderen) bedoeld zal zijn. Dit biedt mogelijk een aanknopingspunt voor verder onderzoek in Vlaanderen.

Literatuur: Greet van Stavel, Van Stavel [Woerden 1980]; R.C.J. van Maanen, 'Pioniers en volgers. Leidse immigranten uit Norwich, 1577-1710', Leids Jaarboekje 101 (2011) 49-80.

Met dank aan de eigenaren van het familiearchief Van Stavel voor de toestemming om de familiefoto te mogen gebruiken en aan Wilfried Devoldere (Roeselare).

20 september 2013

Hilgeman


Naamtype: adresnaam 

Aantal: 1947: 25 in Woerden, 119 in Nederland;
2007: 36 in Woerden, 235 in Nederland

Gezicht vanaf de Mijzijde op Kamerik, met op de voorgrond de schuit van beurtschipper Hilgeman, omstreeks 1925 (Collectie RHC Rijnstreek en Lopikerwaard)

Naamdrager 1947: Jan Hilgeman (Kamerik 1886 - Utrecht 1963), beurtschipper, woont Kamerik B35, in 1960 vernummerd in Mijzijde 36, zoon van Pieter Hendrik Hilgeman (Kamerik 1858 - Utrecht 1910), koopman, en Maria Klazina den Buurman (Woerden 1864 - Kamerik 1926).
Hij trouwt Kamerik 1919 Maagje van Koerten (Kamerik 1888 - Woerden 1962), dochter van Roelof van Koerten (Barneveld 1839 - Kamerik 1904), metselaar, en Maria de Lange (Kamerik-Mijzijde 1855 - Kamerik 1937)  Uit dit huwelijk volgens de persoonskaart van het bevolkingsregister: Pieter Hendrik Hilgeman (Kamerik 1924).


Inschrijving (onderaan) van Johann Henrich Hilgemann in het lidmatenregister van Linschoten, 1808. Eerder zijn in 1806 en 1807 drie van zijn plaatsgenoten uit 'Line in Tecklenburg' ingeschreven. (RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, DTB Linschoten 93B)

Herkomst: Lienen (Nordrhein-Westfalen, Duitsland) > Kamerik
Hendrik Hilgeman (Lienen omstreeks 1784 - Kamerik 1866), klompenmaker, vestigt zich in 1809 met attestatie van de gereformeerde kerk van Linschoten in Kamerik (als Johan Hendrik Hilligeman). In dat jaar wordt in Kamerik Hermanus Hilgeman gedoopt, uit zijn huwelijk met Lena Zaal (Benschop 1788 - Kamerik 1866). In 1808 is hij als Johan Heinrich Hilgemann ingeschreven in het lidmatenregister van Linschoten. Twee naamgenoten gingen hem voor: Johannes Hermanus Hilgeman (ingeschreven 1798, later vertrokken naar Waarder) en Johannes Eberhard Hilgeman (ingeschreven 1804, later vertrokken naar Kamerik).
Deze Hilgemannen hoorden tot Duitse 'Hollandgänger', seizoenarbeiders die vanuit Lienen naar Linschoten trokken. Sommigen van deze 'kettingmigranten' vestigden zich in de regio Woerden. Ze leven hier tegenwoordig nog voort in familienamen als Grundmann, Kriege en Schlingmann. Velen van hen waren (ook) klompenmaker, een ambacht dat in de streek waar zij vandaan kwamen in de winter als nevenberoep werd uitgeoefend door boeren.

Literatuur: F. Schlingmann, 'Linschotengänger (1767-1829)', Heemtijdinghen 34 (1998), nr 2, 48-60. Ook beschikbaar op internet

19 september 2013

Branger


Naamtype: Eigenschapsnaam (Duitse 'brangen' = pronken), of patroniem (van voornaam Bernger) [NFB] 

Aantal:
1947: 3 in Woerden, 91 in Nederland;
2007: 14 in Woerden, 112 in Nederland 

Adriaan Branger (midden) als vierde generatie schoenmaker in zijn schoenmakerij annex kapperszaak. Links zijn moeder.

Naamdrager 1947: Adrianus Leendert Branger (Harmelen 1916 – Harmelen 1967), woont Harmelen C119, C126 en vanaf 1955 Leidsestraatweg 21, schoenmaker, kapper, uitvaartverzorger, zoon van Jozias Branger (Harmelen 1888 – Harmelen 1938), schoenmaker, en Willemina Johanna van der Kwast (Veldhuizen 1882 – Harmelen 1963). Hij trouwt Harmelen 1942 Clasina Catharina Maria Six (Harmelen 1919 – Woerden 2006), dochter van Gijsbertus Johannes Six (Harmelen 1883 – Harmelen 1965), graanhandelaar, en Martina Gerrigje Veldwis (Harmelen 1886 – Harmelen 1963). Uit dit huwelijk één dochter en drie zoons. 

Inschrijving Christian Branger in het lidmatenregister van Wijk bij Duurstede, met attestatie van Breda, 1807

Herkomst: Davos (Graubunden, Zwitserland) > Wijk bij Duurstede > Harmelen
In 1806 trouwde in Wijk bij Duurstede Christian Branger met Neeltje van Oorschot. Hij woonde eerder in Breda, en is afkomstig uit Davos in Zwitserland. De bruid komt uit Wijk bij Duurstede. Christian overlijdt in 1826, 67 jaar oud, en woont dan als winkelier in de Oeverstraat in Wijk bij Duurstede.

Handtekening van Christian Branger, onder de geboorteakte van zijn zoon Johannes, 1819  

Zijn zoon Johannes (Wijk bij Duurstede 1819 - Harmelen 1891), schoenmaker, vestigt zich na zijn huwelijk met Neeltje van Schoordijk (Rijswijk, Maurik 1815 - Harmelen 1869) in Harmelen, waar in 1846 hun eerste kind geboren wordt. Zijn zoon Christiaan (Harmelen 1856 - Harmelen 1939) is ook schoenmaker, net als kleinzoon Jozias (hierboven genoemd) en achterkleinzoon Adrianus Leendert. 

Foto uit: Carl Siegert, Harmelen in oude ansichtkaarten (z.pl z.d.).

18 september 2013

Pfaff


Naamtype: beroepsnaam. Duits voor 'paap', priester.

Aantal:
1947: 54 in Woerden, 132 in Nederland;
2007: 68 in Woerden, 436 in Nederland

Bertus Pfaff en Clara Makkink, Woerdense Courant 1979
 Naamdrager 1947: Bertus Pfaff (Woerden 1904 - Woerden 1981), arbeider Wodast (N.V. Woerdens Dakpannen- en Steenfabrieken, tot 1928 J. Brunt en Co.), zoon van Krijn Pfaff (Woerden 1864 - Woerden 1949), arbeider steenfabriek, en Hendrica Johanna Standaar (Utrecht 1862 - Woerden 1954).
Hij trouwt Woerden 1929 Clara Hendrika Makkink (Woerden 1909 - Woerden 1996), dochter van Wijnand Makkink (Utrecht 1872 - Woerden 1940), werkman, en Antje van Zuijlen (Woerden 1878 - Woerden 1949). Uit dit huwelijk vier zoons en een dochter, geboren te Woerden 1929 - 1939.

Doopinschriiving van Johan Valentinus Phaff (zo geschreven) in het gereformeerde doopboek van Alkmaar, 1797
Handtekening van Johan George Pfaff onder de geboorteakte van zijn dochter Antje, Woerden 1815.

Herkomst: Ausbach (Hessen) > Alkmaar > Woerden
De stamvader van de Woerdense familie Pfaff is Johan George Pfaff, ook wel Johan Jurrie Pfaff genoemd (Ausbach, Hessen circa 1757 - Woerden 1832). Hij trad in 1781 als huursoldaat in Nederlandse dienst en na zijn pensionering als militair vestigde hij zich in Woerden. 
Johan Georg trouwde in 1789 in Nijmegen met Maria Rebecca Eijllert (Eijlart; circa 1770 - Woerden 1848), dochter van Johan Ludwig Eijllard en Maria Margaretha Een. Hun kinderen zijn geboren in of bij de plaatsen waar de vader als militair gelegerd was (Utrecht, Leiden, Alkmaar, Delft, Harlingen, Zeist). In 1808 zien we hem voor het eerst in Woerden. Hij laat er dan zijn zoon Daniel Pfaff in de gereformeerde Petruskerk dopen, in 1810 gevolgd door zoon Johan Hendrik Paff (zo gespeld). Daarna verblijft hij in Frankrijk, waar in 1813 dochter Margarethe in Litz (Picardië) wordt geboren. In 1815 vestigt Johan Georg zich voorgoed in Woerden, waar hij in de Groenendaal woont. 
Bertus Pfaff stamt af van zijn zoon Johan Valentinus (Alkmaar 1797 - Woerden 1873), schippersknecht, die in de Pannebakkerijen woont. Johan Jurrie en Valentinus zijn voornamen die nu nog in de familie Pfaff voorkomen. 

Literatuur: 'Voetbalminnend echtpaar viert gouden bruiloft. Bertus en Clara Pfaff vijftig jaar getrouwd', Woerdense Courant 23.5.1979

Geactualiseerd 26.4.2022.

16 september 2013

Baak


Naamtype: Beroepsnaam, adresnaam of herkomstnaam. Naar plaatsnaam Baak bij Bronkhorst (Achterhoek), boerderijnaam Baak, bijv. te Eibergen. Afgeleid van ´baak´ voor varkensvlees verwijst het naar het beroep varkensboer of slager. [NFB, WFZ]

Aantal:
1947: 7 in Woerden, 886 in Nederland;
2007: 6 in Woerden, 1310 in Nederland

Naamdrager 1947: Johannes Baak (Woerden 1904 - Woerden 1963), kleermaker Rijks Centraalmagazijn, woont Prinses Beatrixstraat 10, vestigt zich 1932 vanuit Reeuwijk te Woerden, zoon van Jacobus Cornelis Baak (Woerden 1860 - Den Haag 1936), sigarenmaker, en Janna van Doorn (Amersfoort 1863 – Woerden 1911). Hij trouwt Reeuwijk 1932 Kaatje Koster (Zwammerdam 1911 – Gouda 2004), dochter van Pieter Koster (Reeuwijk 1873-), boerenarbeider, en Woutertje Bloos (Nieuwkoop 1880-). Uit dit huwelijk vermeldt de persoonskaart van het bevolkingsregister een zoon en twee dochters, geboren in Woerden in 1932 en 1934.

Huwelijk van Jan Baak en Jaapje Claas van Swieten voor schout en schepenen van Nieuwkoop en Noorden, 1713

Doopinschrijving van Claas Jansz Baak in het r.-k. doopregister van Woerden, 1731

Herkomst: Nieuwkoop en Noorden > Woerden.
Voorvader Jan Martens Baak trouwt in 1713 te Nieuwkoop Japie Claesse van Swieten. Zij laten tussen 1716 en 1726 kinderen te Noorden dopen. In 1731 wonen zij in Polanen als zij hun zoon Claas in Woerden later dopen. Twee jaar later vestigen zij zich in Woerden. Het rooms-katholieke armbestuur van Noorden geeft dan een akte van indemniteit af voor het echtpaar en de vijf kinderen die dan nog in leven zijn: Cornelia (1718), Trijntje (1720), Marritje (1723), Maerten (1724) en Klaes (1731). Als zij armlastig worden zal het armbestuur van Noorden hen ondersteunen.



15 september 2013

Beijeman



Naamtype: Patroniem (voornaam Beije) of adresnaam.

Aantal:
1947: 23 in Woerden, 86 in Nederland;
2007: 23 in Woerden, 191 in Nederland.

Naamdrager 1947: Evert Beijeman (Bodegraven 1900 - Kamerik 1970), landarbeider (1922), woont 's-Gravensloot 6 Kamerik, zoon van Cornelis Beijeman (Bodegraven 1876 - Bodegraven 1925), koopman, en Klazina van Dijk (Reeuwijk 1879 - Bodegraven 1972). Hij trouwt Kamerik 1922 Dirkje Molenaar (Kamerik 1894 - Woerden 1944), dochter van Gerrit Molenaar (Jaarsveld 1856 - Kamerik 1909), arbeider, en Johanna Hoegee (Benschop 1865 - Woerden 1951).

Inschrijving van de doop van Marij, het eerste kind van Cornelis Gerritse Bijeman en Marige Pieters de Lange, in het doopregister van Waarder, 1688

Herkomst: Berkenwoude > Waarder > Bodegraven > Kamerik.
Teruggaand in de tijd is de naam vanaf het midden van de negentiende eeuw onder de meeste voorouders gespeld als Bijeman. Oudst bekende naamdrager is Cornelis Gerritse Bijeman, uit Berkenwoude, die in 1686 in Waarder trouwt met Marige Pieters de Lange. Bij de doopinschrijving van zijn eerste kind in Waarder in 1688 staat hij als schoolmeester vermeld en woont hij aan het Hoogeind van de Langeweide.

14 september 2013

Kooijman


Naamtype: beroepsnaam (beheerder van een eendenkooi)

Aantal: (Kooijman plus Kooyman)
1947: 35 in Woerden, 3.870 in Nederland;
2007: 123 in Woerden, 5.457 in Nederland

Cornelis J. Kooijman voor de molenaarswoning in Breeveld, Woerdense Courant, 1964

Naamdrager 1947: Cornelis Joannes Kooijman (Woerden 1881 - Woerden 1968), watermolenaar polder Breeveld 1904-1931, machinist poldergemaal Breeveld 1931-1964, woont Breeveld 6, vanaf 1964 Rembrandtlaan 36 en vanaf 1966 Utrechtsestraatweg 52, zoon van Arie Kooijman (Woerden 1830 - Woerden 1907), watermolenaar polder Breeveld, en Johanna de Bree (Kamerik 1846 - Woerden 1931).
Hij trouwt Woerden 1904 Johanna Jacoba van der Meer (Haarzuilens 1883 - Woerden 1948), dochter van Steven van der Meer (Kamerik-Mijzijde 1839 - Haarzuilens 1884), veehouder, en Corneria de Groot (Maarssenbroek 1845 - Kamerik 1906).
Uit dit huwelijk twaalf kinderen, waarvan de persoonskaart uit het bevolkingsregister er negen vermeldt, zes zoons en drie dochters die allen te Woerden geboren zijn: Adrianus Stephanus Johannes (1905, x W.F. van Breukelen), Cornelia Maria (1908, x P. Rietveld), Stephanus Jacobus (1909, x T.J. Kampers), Cornelis Everhardus (1914, x C.J. van der Maat), Jacobus Theodorus (1917, x A.J. Severs), Marinus Hendrikus (1921, x G.M. Hendriks), Maria Elizabeth (1923), Johanna Antonia (1925, x N.L.M. Boers), Antonius Franciscus (1927, x C.E. Overbeek).
 
De in 1931 tot gemaal verbouwde zeskantige watermolen van Breeveld (coll. RHC Rijnstreek en Lopikerwaard)

Herkomst: Portengen > Vleuten > Woerden
Cornelis Kooijman (Vleuten 1800 - Haastrecht 1887), boerenknecht, watermolenaar, vestigt zich 1829-1830 vanuit Linschoten in Woerden. Hij is een zoon van Wijnand Kooijman (Portengen 1761 - Vleuten 1826), watermolenaar Vleuterweide, en Lammertje van der Lugt (Zeist 1769 - Vleuten 1812). Hij trouwt Houten 1828 Johanna Scherpenseel (ook Scherpenzeel, Cothen-Dwarsdijk 1797 - Woerden 1860), dochter van  Adrianus Scherpenzeel en Joanna van Rijn.

Inschrijving van het huwelijk van Elbert Gijsbertsz Cooymans en Ariaantje Jansdr van Mekeren, Ter Aa 1754

Oudst bekende voorvader is Elbert Gijsbertsz Cooymans (begraven Ter Aa 1777), die in in 1754 in de gereformeerde kerk van Ter Aa als jongeman van Portengen trouwt met Ariaantje Jansdr van Mekeren, weduwe van Wijnand Bouwe. Ariaantje is rooms-katholiek. Volgens afspraak worden hun kinderen gereformeerd gedoopt. Zo ook hun zoon Wijnand, maar hij kiest door zijn katholieke huwelijk uiteindelijk toch voor zijn moeders kerk. In het begraafregister van Kockengen staat aangetekend dat zij bij haar overlijden in 1778 op de Laag-Nieuwkoper molen woont.

Literatuur: 'Molenaar machinist Kooyman 45 jaar in dienst van polder "Breeveld" ', Woerdense Courant 4.11.1949  'De laatste Kooyman verlaat het gemaal', Woerdense Courant 20.3.1964

Berkelaar


Naamtype: Herkomstnaam (uit Berkel, ten zuiden van Zoetermeer).

Aantal:
1947: 22 in Woerden, 442 in Nederland;
2007: 14 in Woerden, 535 in Nederland 

C. Berkelaar en P.J. Muit, Woerdense Courant, 1978

Naamdrager 1947: Cornelis Berkelaar (Zegveld 1895 – Woerden 1981), los werkman, fabrieksarbeider, daggelder, woont Zegveld no. 216, van 1955-1961 in Tatla Lake (British Columbia, Canada), daarna Molenweg 51 in Zegveld (1961-), Molenweg 61 (1963-), Molenweg 49 (1976-), zoon van Jan Berkelaar en Gerrigje Blok (zie beneden). Hij trouwt Zegveld 1918 Petronella Jacoba Muit (Zegveld 1897 – Woerden 1980), dochter van Jan Muijt (met ij, Zegveld 1870 - Zegveld 1949), landarbeider, visser, en Klazina van Jaarsveld (Linschoten 1876 - Schiedam 1963). Uit dit huwelijk volgens de persoonskaart uit het bevolkingsregister: vier zoons en vijf dochters, geboren in Zegveld 1918-1937.

Herkomst: Zoetermeer > Mijdrecht > Vinkeveen > Zegveld.
Jan Berkelaar (Vinkeveen 1865 - Apeldoorn 1942), visser, vestigt zich te Zegveld, waar hij in 1890 trouwt met Gerrigje Blok (Zegveld 1861 - Zegveld 1911), dochter van Aart Blok (Zegveld 1830 - Zegveld 1881), boerenknecht, en Cornelia Groenendijk (Rietveld 1829 - Zegveld 1914).
Oudst bekende naamvoerder is Cornelis Adriaensz, die in de verponding (grondbelasting, zie internet) van 1597 'Berckel' heet en in het hoofdgeld van 1622 'Berckelaer' (overleden Zoetermeer 1635), landbouwer aan de Voorweg te Zoetermeer, kerkmeester van Zoetermeer 1608-1609 en 1622-1623, zoon van Adriaen Cornelisz en Annetgen Goverts.

Literatuur: Kees Kooy, 'Kwartierstaat van Coenraad Cornelis Dalhuisen', internet, geraadpleegd 13.09.2013.
 

10 september 2013

Appeldoorn


Naamtype: Herkomstnaam. Apeldoorn (Gelderland) [NFB]

Aantal:
1947: 14 in Woerden, 763 in Nederland;
2007: 20 in Woerden, 940 in Nederland

Handtekeningen onder de huwelijksakte van M.W. Appeldoorn en A. de Knijff, Woerden 1908. De beide moeders verklaren niet te kunnen schrijven.

Naamdrager 1947: Mattheus Wilhelm Appeldoorn (Barwoutswaarder 1885 – Woerden 1949), seiner-telegrafist bij de Marine, politieagent te Schoonhoven, veldwachter op Terschelling, inspecteur Haco, vestigt zich 1932 van Terschelling te Woerden, woont in 1947 Utrechtsestraatweg 17, zoon van Jan Appeldoorn (Alem 1851 - Woerden 1926), arbeider, veldwachter, en Bregje Zandbergen (Rijnsburg 1856 – Woerden 1932).
Hij trouwt Woerden 1908 Aaltje de Knijff (Woerden 1884 – Woerden 1970), dochter van Pieter de Knijff (Woerden 1846 - Woerden 1919), werkman, en Aartje Rietveld (Woerden 1848 - Woerden 1912). Kinderen volgens de persoonskaart uit het bevolkingsregister: Aartje Johanna (Woerden 1910), Samuel Theodorus (Woerden 1911, eerste stuurman der koopvaardij), Pieter Hendrik (Woerden 1914), Gerardus Cornelis (Schoonhoven 1916, chauffeur), Bregje Agatha (Terschelling 1920), Jannegje (Terschelling 1922) en Hendrik (Terschelling 1926).

Doopinschijving van Dirk, zoon van Willem van Appeldoorn en Stijntje van Weelde, Opijnen 1736

Herkomst: Opijnen > Neerijnen > Alem > Barwoutswaarder > Woerden.
In de achttiende eeuw wordt de naam ook gespeld als Van Appeldoorn en Van Appeldoren. Oudst bekende naamdrager is Willem Janse van Appeldoren, jongeman van Opijnen, die in 1710 te Waardenburg trouwt met Stijntje Willems van Weelde, jongedochter van Neerijnen.

Literatuur: 'Inwoner met een bewogen jeugd overleden', Het Vrije Woord 3.2.1949. Chris van Aalst, 'Stamboom van Chris van Aalst', internet, gezien 10.9.2013.


9 september 2013

Achterberg


Naamtype: Herkomstnaam. Er zijn meerdere plaatsen Achterberg die de oorsprong van deze familienaam kunnen zijn: buurtschap onder Rhenen, bij Dongen (Noord-Brabant), in het graafschap Bentheim of bij Tönisberg über Krefeld (Duitsland). [NFB] De hier uitgewerkte familie ontleent zijn naam aan Achterberg bij Rhenen.

Aantal:
1947: 20 in Woerden, 1050 in Nederland;
2007: 25 in Woerden, 1601 in Nederland 

Woerdensch Weekblad 1930

Naamdrager 1947: Pieter Achterberg (Houten 1883 – Woerden 1957), melkverkoper (1911), melkboer (1947), vestigt zich 1911 vanuit Linschoten te Woerden, woont Jaagpad 17, later hernoemd in Rijnkade 17, zoon van Matthias Achterberg (Haarzuilens 1845 - Linschoten 1912), arbeider (1883), en Maria van Egdom (Woudenberg 1849 - Linschoten 1923).
Hij trouwt Papekop 1911 Leentje Hagoort (Papekop 1888 – Vreeswijk 1960), dienstbode (1911), dochter van Dirk Hagoort (Hoenkoop 1857 - Papekop 1911), veehoudersknecht (1879), en Leentje de Vogel (Broek 1859 - Papekop 1892). Uit dit huwelijk volgens de persoonskaart uit het bevolkingsregister: Matthias Dirk Achterberg (Woerden 1914).

Huwelijksinschrijving van drie opeenvolgende generaties. Hier: de eerste naamdrager Aart Jansze Agterberg, met Cornelia Jansze Westeneng, in het gereformeerde huwelijksregister van Doorn, 1780

Inschrijving van het huwelijk van zijn ouders Jan Aartsen en Rijkje Cornelissen, beiden van 'Agterbergh', Rhenen 1737

Inschrijving van het huwelijk van grootouders Aart Geurdse en Jantje Everts, beiden van 'Agterbergh', Rhenen 1714

Herkomst: Rhenen > Houten > Haarzuilens > Houten > Woerden.
Eerste drager van de familienaam in deze familie is Aart Jansze Agterberg (naam zo gespeld), geboren te Rhenen, wonende te Leersum (1780). Hij trouwt Doorn 1780 Cornelia Jansze Westeneng, geboren te Neerlangbroek. Zijn ouders en de grootouders van vaders kant worden bij hun huwelijk in Rhenen alleen met een patroniem vermeld en zijn dan geboortig van Achterberg. Daar ligt de oorsprong van de familienaam.

7 september 2013

Ruijten


Naamtype: patroniem (naamvariant Reuten), afgeleid van de Germaanse voornaam Rutger [WFZ]

Aantal:
1947: 5 in Woerden, 211 in Nederland (incl. Ruyten);
2007: 5 in Woerden, 349 in Nederland (incl. Ruyten)

Woerdensch Weekblad 1931

Naamdrager 1947:Joannes Antonius Ruijten (Woerden 1887 - Woerden 1955), horlogemaker, goudsmid, woont Voorstraat 73 / 71, Nieuwendijk 46 en Zandwijksingel 7, zoon van Franciscus Norbertus Ruijten (Woerden 1852 - Woerden 1904), horlogemaker, en Martina Gerarda Ruijs (Woerden 1860 - Woerden 1940). Hij trouwt Barwoutswaarder 1919 Anna Geertruida Balvert (Barwoutswaarder 1888 - 1964), dochter van Johannes Balvert, bouwman, en Alida Rijkelijkhuizen. Uit dit huwelijk Franciscus Norbertus Maria Ruijten (Woerden 1920 - Woerden 1996), juwelier, horloger, opticien. 

Handtekeningen onder de huwelijksakte van C.W.L. Reuten en M.C.J. Hondvorst, Woerden 1840

Herkomst: Echt > Kleef (Duitsland) > Woerden
In 1840 trouwt Christiaan Willem Lodewijk Reuten (Kleef 1809 - Woerden 1870), de grootvader van bovengenoemde Joannes Antonius Ruijten, in Woerden met Maria Cornelia Jacoba Hondvorst (Woerden 1816 - 1880), dochter van Victor Hondvorst, logementhouder, en Maria de Haan. Volgens familieoverlevering was C.W.L. Ruijten (zoals hij later gaat ondertekenen) een reizend klokkenmaker en trouwde hij met de dochter van de houder van het logement waar hij regelmatig logeerde. Dat klopt met dit feit. Henricus Ruijten, de broer van C.W.L. Ruijten, ook klokkenmaker, overleed in Woerden in 1837. Dat is het oudste spoor van een Ruijten in Woerden. Dat het beroep van klokkenmaker sinds 1810 van generatie op generatie is overgegeven vond ik niet bevestigd door de bronnen.

C.W.L. Ruijten (Reuten) is in 1809 in Kleef geboren, als zoon van Henricus Ruijten (zo ondertekent hij de geboorteakte van zijn zoon, Echt 1772 - Arnhem 1844), kruidenier (1809), commies 1e klas der in- en uitgaande rechten en accijnzen (1842), en Johanna Margaretha Petronella Achterveld (Achterfeldt) (Kleef circa 1780 - Roermond 1857). Henricus was een zoon van Petrus Ruiten, die in 1771 in Echt trouwt met Sibilla Heijnen. In het Limburgse Echt komt deze naam, gespeld als Reuten, Ruiten, Rutten of Ruijten, reeds in de zeventiende eeuw in de kerkregisters voor.

De Woerdense winkel van de familie Ruijten is in 1994 door Juwelier Van den Bosch overgenomen van de zoon van F.N.M. Ruijten. Deze vijfde generatie heeft wel het klokkenmakersvak voortgezet, met een werkplaats aan huis.

Literatuur: 'Ruijten: oude zaak in vernieuwd pand', Woerdense Courant 14.11.1974; '175 jaar Juwelier Ruijten, Duurzame artikelen populair in "slechte tijden"', Woerdense Courant 21.3.1985.